De Agapanthus wordt vaak ook (Zuid) Afrikaanse lelie genoemd en dit verwijst rechtstreeks naar het land van herkomst : Zuid-Afrika. Van oudsher groeit de plant er van de Kaap provincie tot aan de Limpopo rivier , zowel op zeeniveau als tot wel 2.100m hoogte.
Bladverliezende soorten vind je er terug op plaatsen waar het droog is in de winter en veel regent in de zomer (KwaZulu-Natal, Swaziland, Free State, Lesotho, Gauteng, Mpumalanga, Limpopo and Mozambique ) bladhoudende soorten vind je dan waar het regent in de winter , of het hele jaar door voldoende regen valt ( West Kaap en sommige delen van Oost-Kaap )
Dankzij de koloniale zeevaart en de Oost Indische Companie belandt de Agapanthus in de tweede helft van de zeventiende eeuw ook in Europa. De eerste vermelding in de Europese literatuur dateert van 1679. De geïmporteerde exemplaren waren allen afkomstig van rond Kaap de Goede Hoop en bladhoudend , vaak werden ze aan botanische tuinen met oranjeries en serres geschonken omdat men helemaal niet wist of ze het in ons gematigd klimaat zouden overleven.
De eerste benaming was : Hyacinthus Africanus Tuberosus Flore caeruleo umbellate , maar daar hield het niet bij op er volgden nog tal van andere benamingen : Tulbaghia (Heister 1753) en Crinum africanum (Linnaeus) .
In het begin van de 18de eeuw gaan de handelaars en reizigers ook delen van Oostelijk Zuid-Afrika verkennen en ontdekken ze er de Agapanhus praecox, een bladverliezende soort . Deze soorten die vaak tot grote hoogte op de berghellingen groeiden waren veel interessanter voor toepassing in onze tuinen en parken.
Zijn huidige naam heeft de plant te danken aan l’Héritier (1789), directeur van de ‘Jardin des Plantes’ in Parijs, hij noemde de Zuid Afrikaanse lelie immers voor het eerst : Agapanthus umbellatus. Het zou nog tot 1824 duren voor de naam Agapanthus africanus ingang vond.
Klik hier voor nog meer geschiedkundige informatie.
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer